Ik ben afgelopen vrijdag samen met Bob Schubert één dag op de internationale spellenbeurs Spiel 2021 geweest. Na een noodgedwongen beurspauze van ruim anderhalf jaar voelde dit als een warm bad. Het was heerlijk om weer onder de speelse mensen te zijn, om door de hallen te zwerven, nieuwe spellen te ontdekken en bij te praten met bekenden uit binnen- en buitenland. Het was nog veel heerlijker om dit te doen zonder de extreme drukte van de laatste beurzen voor de pandemie. De beurs trok dit jaar 93.600 bezoekers. Ik ben sinds 1989 een vaste bezoeker van dit geweldige evenement, de mix tussen zaalgrootte en bezoekersaantal was op deze vrijdag zo prettig als ik me meen te herinneren van mijn eerste keren.
Ik vond het bijzonder leuk dat we vlak na binnenkomst beursorganisator Dominique Metzler ontmoetten. We hebben een tijdje gekletst over de weg naar deze beurs, de obstakels en uitdagingen die ze erop tegenkwam, over de steun die ze heeft ervaren van aanwezige standhouders en over het enorme plezier om elkaar weer op deze plek te kunnen ontmoeten. Ze was dolblij dat het weer kon. Hartverwarmend!
De organisator had haar best gedaan om het zo comfortabel en veilig mogelijk te houden, met bredere gangen, meer tussenruimte in de stands, een dagelijks maximum van 30.000 bezoekers (dat vrijdag niet werd gehaald) en de beste luchtverversing die ik ooit heb meegemaakt op Spiel (dit is zeker voor herhaling vatbaar). Sommige standhouders hadden de toegang tot de speeltafels goed gereguleerd; je moest daar gecontroleerd naar binnen en de tafels werden tussen de potjes door gereinigd. Bij veel andere standhouders leek het vrijheid blijheid, inclusief enthousiaste en nieuwsgierige bezoekers die over de schouders van spelers meekeken en daardoor ongemakkelijk dicht in de buurt kwamen.
In de gangen was het vrijdag in mijn ervaring nergens te druk, behalve het traditionele gekkenhuis in de krappe ruimte tussen de twee stands van Spiele-Offensive. Opmerkelijk dat deze situatie ook in 2021 werd toegestaan. Ik had in ieder geval geen behoefte me erin te mengen.
De bezoekers hielden zich keurig aan de verplichting om een mondkapje te dragen. De gecommuniceerde strenge eis van FFP2-kapjes werd in de praktijk niet gecontroleerd en nageleefd, je mocht ook naar binnen met de ongecertificeerde kapjes die we in Holland gewend zijn. Ik ben mijn beursdag begonnen met een FFP2-kapje, maar schakelde in de loop van de middag toch over naar een wat gemakkelijker ademend exemplaar.
Met de onzekerheden en beperkingen van deze tijden was het aantal standhouders zo’n beetje gehalveerd ten opzichte van 2019. Er waren relatief weinig Amerikaanse en Aziatische uitgevers, maar ook Duitse favorieten als 2F-Spiele, Lookout Spiele en dlp Games en Nederlandse veteranen als Quined Games en Cwali waren er niet bij. Gelukkig was de rest van het aanbod groot, breed en leuk genoeg. Ik heb niet het gevoel iets gemist te hebben. De stand van Kosmos in hal 3 was opvallend groot. Deze uitgever heeft de beurs duidelijk hoog zitten en heeft dit jaar zichtbaar een helpende hand uitgestoken.
Queen Games was er wel met een verkoopstand, maar zonder speeltafels. Ik vind het opmerkelijk dat men onder corona-omstandigheden geen demo’s durft te geven, maar de klanten wel ophokt in een bomvolle shop. Dit voelt een tikkie ongemakkelijk.
Ik heb deze beurs nauwelijks tot geen aandacht besteed aan de zogenaamde expertspellen. Die waren er in mijn oppervlakkig onderbouwde beleving in twee smaken: snel uitverkocht of niet op tijd geproduceerd en/of geleverd. Ik had er vooraf twee op de verlanglijst: Arche Nova van Feuerland viel in de eerste categorie, Corrosion van Deep Print Games in de tweede. Soit, die komen later dit jaar vanzelf wel weer op mijn radar. Op Boardgamegeek is White Goblin Games inmiddels toegevoegd als toekomstige mede-uitgever van Arche Nova.