Afgelopen zaterdag organiseerde spellenvereniging UCP uit Leeuwarden de tweede editie van de spellenbeurs Speelwarden in een congreszaal van het Westcord WTC Hotel Leeuwarden. De grote zaal was gevuld met demotafels vol bord- en kaartspellen en miniaturen. Er was een uitgebreide kinderhoek, waardoor de beurs ook een leuk gezinsuitje was. Voor de kooplustigen had Spellenspeciaalzaak Spellekijn een winkelstand in de foyer; in de zaal zelf vond je een enorm aanbod aan mooie tweedehandsspellen, bij een bring & buy stand en twee handelaren. Aan het einde van de middag was er nog een verloting, waarbij de bezoekers leuke spellen konden winnen. Per saldo bood Speelwarden alles wat je van een spellenbeurs mag verwachten en deed dit in een ontspannen en gezellige sfeer. Ik hoorde achteraf dat de beurs meer dan 400 bezoekers heeft getrokken, een indrukwekkende stijging ten opzichte van de eerste editie uit 2019.
Ik ben teleurgesteld over het onvermogen van grote uitgevers om demoteams naar dit mooie evenement te sturen. Bijvoorbeeld 999 Games en Asmodee waren zelf niet aanwezig, maar lieten het demonstreren over aan de enthousiaste spelleiders van UCP. Petje af voor de inzet van deze demonstrateurs. Ook bij sponsor Ducosim en de Groningse spellenclub Rabenhaupt kon je terecht. Onder meer de uitgevers Geronimo Games en HOT Games verzorgden zelf demo’s van nieuwe spellen.
Ik heb op de beurs twee spellen van Geronimo gespeeld. Eerst verkenden we met vier spelers het fonkelnieuwe deckbuilding spel The Hunger. Hierbij speel je een vampier, die het veilige kasteel verlaat om op mensen en andere buit te jagen. Elke beurt speel je drie kaarten, waarop is aangegeven hoeveel bewegingspunten je hebt te besteden. Onderweg doe je allerlei locaties aan, waar je verschillende bonussen kunt verdienen en opdrachtkaartjes kunt verzamelen. Stiekem droom je ervan om aan het einde van het speelbord een roos te kunnen plukken, die jou extra punten oplevert. Door aan het einde van je beurt bewegingspunten over te houden, kun je op nieuwe kaarten jagen, die normaliter via de aflegstapel in jouw deck belanden. Er zijn drie soorten: familiairs, die jou permante extra krachten geven; vampierkrachten voor extra beweging en andere acties; mensen voor winstpunten. Helaas is een volle buik niet goed voor je snelheid. De meeste menskaarten hebben namelijk snelheid nul en zorgen er later in het spel voor dat er beurten zijn waarin je nauwelijks kunt bewegen. En dat is best een dingetje, aangezien je voor zonsopkomst (in de laatste beurt) weer terug moet zijn in het kasteel (of de naburige graftombes). Lukt dit niet, dan ga je in vlammen op en scoor je niets. Lukt dit wel, dan mag je de punten tellen die je via opdrachten, kaarten en de tijdige terugkeer hebt verdiend. In onze pot waren tegen het einde drie van de vier spelers al zeker van een vurig einde. Ik was ervan overtuigd dat ik zonder moeite de veilige thuishaven zou halen (dankzij een beschermende parasol en extra bewegingspunten) en besloot gulzig mijn beweging te vertragen voor een paar extra punten. En ja hoor, ik was compleet vergeten dat een van mijn verzamelde menskaarten onder omstandigheden een beurt zonder beweging kon veroorzaken, waardoor ik alsnog in een geblakerde staat het spel verloor op het randje van de veilige zone. Hoogmoed komt voor de val. Hoe dan ook, dit was een leuke eerste kennismaking, die naar meer smaakt.
Daarna maakte ik eindelijk kennis met het tweepersoonsspel It’s a Wonderful Kingdom. Het spel duurt vier rondes met elk drie fases. In de eerste fase moeten de spelers kaarten bieden en kiezen. Ze starten met acht kaarten: zeven positieve ontwikkelingskaarten en één negatieve onheilskaart. De actieve speler legt twee kaarten open op tafel: één kaart links en één kaart rechts van het speelbord, of beide kaarten aan dezelfde kant. De andere speler neemt vervolgens alle kaarten links of alle kaarten rechts van het bord. Een aangeboden kaart wordt altijd open op tafel gelegd, tenzij een speler één van zijn twee fiches gebruikt. In dat geval kun je bluffen en moet de tegenstander gokken. Nadat een speler kaarten heeft gekozen, wordt hij de actieve speler en moet hij kaarten aanbieden. Dit gaat door tot de spelers geen handkaarten meer hebben. In de tweede fase beslissen de spelers per genomen kaart of ze de kaart recyclen voor grondstoffen, of de kaart gaan bouwen zodat deze na voltooiing elke ronde grondstoffen produceert en/of aan het einde winstpunten oplevert. De derde fase bestaat uit vier opeenvolgende productiestappen, één voor elk type grondstof. De grondstoffen gebruik je om kaarten te bouwen. Aan het einde van de vierde ronde wint de speler met de meeste winstpunten. Deze toegankelijke engine builder is mij goed bevallen.
Ik sluit op de volgende pagina af met een paar foto’s van dit geslaagde evenement en mijn waardering en dank voor de speelse Friezen die dit mogelijk hebben gemaakt.
Pagina's: 1 2