Story Factory demonstreerde onder meer het kostelijke behendigheidsspel Icecool, waarvan zij afgelopen zomer een Nederlandstalige editie hebben uitgebracht. Ik vind dit echt een topper, niet alleen voor kinderen maar voor spelers van alle leeftijden. De uitgever verklapte me dat Icecool in 2018 wordt uitgebreid. Hiervoor ga ik graag terug naar school.
The Game Master had eindelijk de uitbreiding van het bordspel Rhodes binnen. Ik ben op de beurs niet aan een proefpot toegekomen, maar dat haal ik t.z.t. wel een keer in. Ik ben namelijk erg benieuwd naar de extra mogelijkheden die The Colossus aan het spel toevoegt. Hans van Tol kan er erg enthousiast over vertellen.
Bij HABA maakte ik kennis met een handvol nieuwe familiespellen. Het demoteam was zo flexibel en vriendelijk om ons aan dezelfde tafel meerdere nieuwe spellen uit te leggen. Mijn favoriet was Iquazú van Michael Feldkötter. De spelers behoren tot een of ander fantasievolk, dat edelstenen achter een waterval verstopt om ze tegen vijanden te beschermen. De actieve speler trekt vier kaarten, of speelt kaarten van één kleur om een van zijn edelstenen op het bord te plaatsen (op een veld met dezelfde kleur als de gespeelde kaarten). Er zijn meerdere kolommen, voor de linker kolom moet je één kaart spelen, voor de volgende kolom twee kaarten enzovoort. Waarom zou je meer betalen? In de duurdere kolommen blijven je stenen langer liggen en kunnen ze meer opleveren. De laatste speler plaatst na zijn beurt een waterdruppel op het hoogste vrije veld van de linker kolom. Wanneer deze kolom is gevuld, scoren de spelers punten voor hun edelstenen in de kolom. Ze verdienen daarnaast lucratieve bonusfiches voor de meerderheden in horizontale rijen. Met deze bonusfiches kun je extra kaarten trekken, de kleurregel negeren, een extra beurt spelen en extra punten verdienen. Aan het einde van de scoreronde wordt de waterval één kolom verschoven, waardoor nieuwe bonussen verschijnen en edelstenen van de eerste kolom verdwijnen. Nadat de laatste kolom is voltooid, is de winnaar bekend. Dit prachtige uitgevoerde meerderhedenspel is niet alleen een lust voor het oog, maar staat ook inhoudelijk zijn mannetje. Er is constant strijd om verschillende soorten buit, maar het wordt nergens taai of traag. Prima spel, zowel voor families als veelspelers.
Rüdiger Dorn’s legspel Karuba heeft nu een compacte kaartspelvariant. Iedere speler heeft een stapel met zestien genummerde speelkaarten, waarvan je er aan het begin drie op de hand neemt. Op de kaarten vind je avonturiers in vier kleuren, tempels in dezelfde kleuren, junglepaden, kristallen en goudklompjes. Het spel duurt acht rondes, elke ronde bestaat uit drie fases. De spelers kiezen eerst twee gedekte handkaarten, die ze daarna tegelijk omdraaien. Tel de cijfers op de kaarten bij elkaar op. De speler met het laagste totaal (bij een gelijke stand alle betrokkenen) moet één van de beide kaarten op zijn aflegstapel leggen. Vervolgens leggen de spelers hun kaart(en) aan hun eigen eiland (van max. vier bij vier kaarten). Ten slotte vult iedereen zijn hand aan tot drie kaarten. Aan het einde krijg je punten voor elke avonturier met een ononderbroken pad naar zijn tempel. De basisscore van een verbinding is drie punten, elk kristal is één punt en elke goudklomp twee punten waard. Deze leuke, vlotte puzzel speelt anders dan het oorspronkelijke spel. Wanneer je de kaartjes in een ziplockzakje doet, kan het in de binnenzak mee op reis.
Dobbelkoning is een luchtig dobbelspel met zes dobbelstenen en 65 speelkaarten, die zijn verdeeld in drie categorieën: 15 dorpskaarten, 10 strafkaarten en 40 burgerkaarten. De dorpskaarten worden per soort verdeeld over vijf stapels, met de waarde 2 bovenop, 3 in het midden en 4 onderop. De burgers vormen een dichte trekstapel, waarvan er vijf open onder de vijf dorpsstapels worden gelegd. De strafkaarten vormen een open stapel. De actieve speler gooit de zes stenen maximaal drie keer om aan de voorwaarden van een burgerkaart te voldoen. Lukt dit, dan neem je die burgerkaart en, wanneer de kleur gelijk is, de bovenste naburige dorpskaart. Lukt dit niet, dan krijg je een strafkaart en wordt de laatste burgerkaart uit de rij afgelegd. Aan het einde van je beurt schuiven de burgerkaarten door en wordt aan het begin een nieuwe burger aangelegd. Het einde van het spel wordt ingeluid wanneer een stapel is uitgeput. De kaarten in jouw scorestapel leveren dan de afgebeelde (straf)punten op. Sommige burgers zijn onderweg goed voor een extraatje. Dit is een lollig dobbelspelletje, waarbij met allerlei ‘pokerachtige’ combinaties voor de beste kaarten probeert te gaan. Doordat je steeds kunt kiezen uit vijf opties, kun je de geluksfactor vaak een beetje dempen.
Bij HOT Games kon je onder meer terecht voor de spellen van Queen Games, al was het een beetje jammer dat je de actuele Spiel releases van deze uitgever maar op één tafeltje kon spelen. Dit leidde tot gemopper van teleurgestelde spelliefhebbers, die geen plekje aan de desbetreffende speeltafels wisten te bemachtigen. Merlin is een mooie nieuwe puntensalade van Stefan Feld en Michael Rieneck. Op een speelbord met een ronde tafel verzamel je allerlei grondstoffen en andere bonussen en plaats je jouw invloedsteentjes om op meerdere manieren punten te verdienen. Je hebt aardig wat te doen en te kiezen, zonder dat het overdreven complex wordt. Ik houd wel van dergelijke middelzware Feldjes, ook al bieden ze in wezen niets nieuws onder de zon. Een andere Queen Games noviteit was Pioneers. De spelers vervoeren hun pioniers per koets door Amerika, waar zij zich vestigen in de steden op het speelbord. Een spelerbeurt bestaat uit drie stappen: inkomsten, een of twee wegen of een nieuwe koets kopen, jouw postkoets langs de verbindingen naar een stad bewegen waarvoor je een passende pionier aan boord hebt. Via eigen straten beweeg je gratis, op vreemde straten moet je de eigenaar tol betalen. Je neemt het pionierfiche van de stad en plaatst daar jouw bijpassende houten pionier. Dit fiche levert jou een voordeel op. Wanneer je een koets hebt geleegd, ontvang je meteen de afgebeelde punten. Ten slotte mogen de medespelers één eigen pionier in de stad bijplaatsen wanneer ze jou twee dollar betalen. Bij de slottelling krijg je punten voor lege koetsvelden, nuggetfiches en voor elke pionier in jouw grootste verbonden netwerk. Dit is een verdomd leuk routespel, waarbij je de geldstroom op gang moet houden om jouw koetsen snel leeg te managen, en waarbij je goed moet anticiperen op de leuke bonussen.
Er was dit jaar ook weer een ‘indieplein’, waar kleine uitgevers hun spellen presenteerden. Daar vond je het samenwerkingverband MAD & BIG, het coöperatieve bordspel 21 Days, het partyspel Barpig, het kaartspel Lost in Time en de oude bekende Rifugio.
De Belgische uitgever Gamebrewer was niet alleen in Essen opvallend aanwezig, ook in Eindhoven waren ze de indiestatus ontgroeid en hadden ze een mooie, grote stand met de spellen Pixie Queen, Chimera Station en Castellum.
Bij Sunny Games konden de spelers weer genieten van coöperatieve spellen. Bij Enigma stond de coöperatieve tophit Pandemic centraal, werd de aankomende Nederlandse variant Rising Tide node gemist, hoorde je klachten over de matige vertaling van het tweede seizoen van Pandemic Legacy en kon je tal van andere titels uit de Asmodeecatalogus spelen.
Dit was wel zo’n beetje wat ik op de beurs heb gezien en gespeeld. Ik stond zondagmorgen opgesteld voor een interview in Studio Spellenspektakel, maar ook dit jaar was er op de afgesproken tijd geen gesprekspartner te bekennen. Ik vond het na een paar minuten wachten wel best. Dit was in ieder geval de laatste keer dat ik hiervoor beschikbaar was.
Ik heb me vanaf vrijdagavond tot de vroege zondagmiddag prima vermaakt. Ik heb de zilveren jubileumeditie van 10 en 11 november 2018, dan wordt de beurs namelijk voor de vijfentwintigste keer georganiseerd, al in mijn agenda gezet.