Het Lost Cities bordspel is de oorspronkelijke bordspelversie van Reiner Knizia’s populaire kaartspelsysteem. Dit bordspel verscheen ooit bij de Amerikaanse uitgever Rio Grande Games. De Duitse uitgever Kosmos bouwde het spelsysteem met enkele aanpassingen om naar Keltis, dat in 2008 werd bekroond met het Duitse Spiel des Jahres. De Nederlandstalige versie van Keltis was een paar jaar bij 999 Games verkrijgbaar, maar is halverwege het vorige decennium uit de catalogus verdwenen en wordt nu door WGG uitgegeven. Tot mijn verrassing nam 999 Games dit spelsysteem vorig jaar opnieuw in zijn catalogus op. Het speelbord bevat een centraal startveld en vijf gekleurde expeditieroutes, die in negen stappen naar vijf verloren steden voeren. Het deck bestaat uit 110 kaarten in dezelfde vijf kleuren (tweemaal 0-10 voor elke kleur). Iedere speler start het spel met acht handkaarten.
De actieve speler speelt één kaart en trekt één kaart. Aan het begin kun je alleen van de dichte trekstapel trekken, later ontstaan er aflegstapels per kleur. Je kunt jouw gespeelde kaart ongebruikt afleggen (op de open aflegstapel van deze kleur), een nieuwe expeditie starten of een bestaande expeditie voortzetten. De kleur van de kaart bepaalt over welk expeditiespoor wordt bewogen. Daar zet jij jouw speelfiguur één veld vooruit. Voor elke volgende etappe van een expeditie moet je een kaart met dezelfde kleur en een gelijke of een hogere waarde spelen. Dit is anders dan je van Keltis bent gewend, waar je immers ook aflopende reeksen mag vormen (wat hier overigens als “op en neer” variant aan de regels is toegevoegd). Onderweg kun je gebeurtenisfiches tegenkomen. Een puntenfiche levert jou extra punten op, een etappefiche geeft jou een extra beweging en een artefactfiche leg je tot de telling van deze ronde voor je neer.
Het spel duurt drie rondes, na elke ronde volgt een puntentelling. Een ronde is voorbij wanneer in totaal vijf speelfiguren ergens een zevende etappeveld hebben bereikt, of wanneer de trekstapel is uitgeput. Je krijgt en/of verliest de afgebeelde winstpunten voor de velden waar jouw speelfiguren staan. Jouw expeditieleider scoort dubbel. Verzamelde gebeurtenisfiches met artefacten lever je in tegen beige artefactfiches. Ten slotte worden alle gebeurtenissen weer over het bord verdeeld, worden de kaarten geschud, krijgt iedereen acht handkaarten en starten de speelfiguren de volgende ronde vanaf het startveld. Na de derde ronde volgt een eindtelling voor de verzamelde beige artefacten. Dit kan aardig oplopen (of punten kosten wanneer je er te weinig hebt).
Er is een variant voor een korter spel. Dan speel je maar één ronde en wordt de telling van de artefacten aangepast.
Ten slotte
Het managen van je kaarthand en het vormen van kaartreeksen is het centrale spelelement, het speelbord dient als een soort stappenteller. Bij het trekken van kaarten krijg je een gelukselement meegeleverd, maar dit is niet hinderlijk wanneer je met de “op en neer” variant speelt. Verder bieden de etappefiches meestal voldoende compensatie voor pech in een bepaalde kleur. De minimale interactie beperkt zich tot het wegsnaaien van artefacten en het zo lang mogelijk vasthouden van voor medespelers bruikbare kaarten (ondertussen geef je ze de illusie dat er in een kleur nog iets te halen valt). De regels zijn zo uitgelegd, de speelduur is flitsend kort, een prima familiespel. Het spel functioneert ook met twee spelers. Dan moet je aan het begin dertig kaarten ongezien uit het deck verwijderen.
Je ontkomt er niet aan dit spel te vergelijken met Keltis. Het spelsysteem is nagenoeg gelijk, maar de vormgeving van laatstgenoemde spreekt mij meer aan, het speelbord van Keltis is overzichtelijker en last but not least bevat de nieuwe editie van Keltis de uitbreiding Nieuwe Wegen.
Leeftijd: vanaf 10 jaar
Speelduur: ong. 45 minuten