Bij Feuville bouwen de spelers aan een middeleeuwse stad, terwijl een draak voor dreiging zorgt. De actieve speler gooit twee zeszijdige dobbelstenen en legt de stenen in de bijpassende kolommen op het speelbord. Daarna beslis je hoe je de stenen wilt gebruiken. Je kunt een bouwtegel uit de kolom met de dobbelsteen pakken, of het scorekaartje uit deze kolom pakken, of de vaardigheid van het desbetreffende personage kiezen en uitvoeren. Er is ook nog een kabouter waar je beide stenen als joker kunt inzetten om één van de personages te imiteren.
Bouwtegels en scorekaartjes kun je meteen gebruiken of eerst op jouw tableau stallen voor later gebruik. Met een bouwtegel bouw je jouw stadje uit. Er zijn drie soorten bouwtegels: muur, toren en hemel. Elke voltooide wijk bestaat uit een tegel van elke soort, die je van beneden naar boven moet opbouwen. Het aanbod aan bouwtegels wordt in een rap tempo kleiner, omdat een rij pas wordt aangevuld wanneer die helemaal leeg is. Scorekaartjes activeren verschillende soorten puntentellingen voor in jouw stadgezicht ingebouwde (en niet afgebrande) bouwtegels. Er zijn tellingen voor voltooide stadswijken en voor de aanwezigheid van allerlei symbolen in jouw stad. Bij laatstgenoemden kan de basisscore fors variëren, waardoor het essentieel is om de juiste scoretegels te bemachtigen. Maar dit hangt niet alleen af van planning, het geluk moet je ook toelachen. Er is voor iedere speler ook één exclusieve scoretegel waarmee je jouw complete stadsgezicht kunt tellen. Deze moet dan twee hoektorens bevatten, met een stadpoort ergens ertussen.
De personages bieden jou leuke extraatjes. Bij de goochelaar doe je een ‘can’t stop spelletje’ voor winstpunten; met de dief kun je een geparkeerd kaartje van andermans tableau jatten; de waard trakteert op extra bouwkaartjes; de architecte laat jou eerst de voorraad bouwtegels volledig aanvullen en daarna één tegel uit het volledige aanbod kiezen; met de burgermeester mag je één scorekaartje uit het volledige aanbod kiezen; de magiër kan een of twee afgebrande wijken herstellen en levert jou een feefiche op met bonuspunten of een speciale actie (zoals bescherming tegen de draak of de dief).
Een gelijke worp activeert de draak. Heb je dan onvoldoende bescherming van hemeltegels met regenwolken, dan brandt de draak onbeschermde wijken af. Na de vlammenzee mag je wel opnieuw dobbelen.
Het einde wordt ingeluid wanneer de voorraad scorekaartjes niet meer kan worden aangevuld. Aan het einde van de rit wordt de speler met de minste getelde scorekaartjes nog getroost met zeven puntjes.
Ten slotte
Feuville is een op zich een leuk verzamelspelletje, maar het hangt een beetje tussen twee doelgroepen in. Aan de ene kant heeft het de diepgang van een familiespel, maar door de vele regeltjes voor de personen vraagt de speluitleg misschien wat te veel van de gemiddelde familiespeler. En vermoedelijk ligt door de combinatie van dobbelgeluk, brandgevaar en het slinkende aanbod van bouwtegels het frustratiegevaar op de loer voor jonge spelertjes of control freaks.
Je moet jouw stadje snel zien te vullen met voldoende symbolen om flexibel te kunnen zijn bij het kiezen van de scorekaartjes. Een monocultuur lijkt niet verstandig; je weet immers niet wanneer de kaartjes met de voor jou lucratieve tellingen opduiken. Voor je het weet, gaat een medespeler met jouw beoogde monsterscore aan de haal. Ondertussen moet je jouw stadje ook nog beschermen tegen het vuur van de draak. Een of twee platgebrande wijken zijn relatief eenvoudig te herstellen, maar op zulke vertraging zit je eigenlijk niet te wachten. Hoe meer spelers, des te vaker de draak zal opduiken en voor sommigen vervelend kan uitpakken. Dan kan het geluk een frustrerende omvang krijgen. Ook bij het kiezen van de acties speelt het geluk een grote rol, zeker omdat twee acties duidelijk interessanter zijn (de waard en de architecte). De geluksfactor wordt wat gedempt door de jokermogelijkheid van de kabouter, maar uiteraard is het prettiger om twee leuke acties te doen. De dobbelsteen zal ook tot tandenknarsen leiden wanneer een speler te vaak mazzelt bij het can’t stop spelletje bij de goochelaar.
De spelregels zijn voor verbetering vatbaar. De Duitse regels laten op onderdelen al te wensen over (zo wordt bij de stadstelling niet duidelijk getoond wat een ‘hoektoren’ is, wordt niet helder uitgelegd wanneer je de rij met scorekaartjes moet aanvullen en moet je maar raden wat je moet doen wanneer aan het einde meerdere spelers de minste getelde scorekaartjes hebben), maar de Nederlandse regels zijn belabberd. Bij de uitleg van het spelverloop is het begin doodleuk overgeslagen. Deze vertaling is duidelijk niet gecontroleerd door iemand met taal- en speelgevoel.
Al met al gaat de duim niet omhoog voor Feuville. Het zij deze uitgever vergeven, in dezelfde jaargang werden we ruimschoots gecompenseerd met het prachtige Rajas van de Ganges.