Er zit weer een Spiellustrum aan te komen, ik ga dit jaar voor de dertigste keer naar dit grootse spellenfeest. Mijn vorige lustrum in 2013 ging gepaard met de grote verhuizing naar de nieuwe hallen. Dat vond ik toentertijd erg leuk. Ik ging als het ware naar een nieuwe beurs, ik mocht voor opnieuw ontdekken hoe alles was neergezet en waar ik mijn favorieten kon vinden. Ook deze keer gaat de beurs ingrijpend op de schop. Ik verheug me nu al op de kennismaking met de nieuwe halindeling.
Voor een amateurjournalist als ondergetekende is Spiel een warm bad. Ik word zeer goed geïnformeerd, gastvrij onthaald en krijg een leuke respons van de organisator op mijn nieuwsvoorziening, Facebookberichten en tweets. Je weet je daar gewaardeerd als een van de bescheiden bouwsteentjes van de internationale spellenscene, die zijn eigen kleine bijdrage levert aan de groei en bloei van de hobby en aan dit mooie evenement.
Bij bijvoorbeeld het Spellenspektakel heb ik dat wederkerige gevoel niet; daar is de relatie wat eenzijdiger. Daar kom ik in beeld wanneer ik iets concreets heb te leveren (gratis foto’s, nieuwe standhouders, de organisatie van een prijsuitreiking), maar ervaar ik de laatste jaren weinig tot geen belangstelling voor mijn berichtgeving over de beurs. Soit, ieder zijn manier van doen, er niets mis met prettige zakelijke interactie. Ik heb ook voor deze beurs een zwak. Ik heb de eerste twee Spellenspektakels meegedraaid in de organisatie en van 1997 t/m 1999 coördineerde ik de speldemonstraties. Dat waren mooie jaren, goed voor warme herinneringen en heel veel speelplezier. Ook de huidige beursleiding zet jaarlijks een prachtig spelevenement neer waar het aangenaam vertoeven is. Dit jaar wordt de beurs nota bene voor de vijfentwintigste keer gehouden.
In Nederland komt de warmte vooral uit het Noorden. De organisatie van Noorderspel is gastvrij, vriendelijk en laat ook merken dat ze het waardeert dat ik tijd en energie aan het evenement besteed. Het is best een reis, maar ik ga er elke keer met heel veel plezier naartoe. Natuurlijk helpt het mee dat de beurs precies tussen de voormalige woningen van mijn grootouders ligt. De wandeling van het station ernaar toe is al een feestje vol jeugdsentiment.
Dit jaar was de ontvangst op Zuiderspel ook bijzonder vriendelijk, een fijne mix van je welkom voelen en waardering krijgen voor wat je doet. Ik heb me daar twee dagen goed vermaakt en dankzij de dubbele hotelovernachting was het ’s avonds ook nog gezellig speels.
Bij de Ducosimbeurzen heb ik een dubbel gevoel. Aan de ene kant heb ik waardering voor de inzet van de vrijwilligers die dit evenement drie keer per jaar mogelijk maken. Petje af, sommigen doen het al eeuwen. Aan de andere kant mis ik de passie, de energie en de organisatiegraad van de beurzen uit het verleden. Het voelt tegenwoordig een beetje als een verplicht nummer, hetzelfde riedeltje dat keer op keer wordt afgedraaid. En dat is volgens mij niet nodig. Het huidige team heeft immers bij de jubileumbeurs van 2016 laten zien dat ze de klassieke Ducosimsfeer uit de hoge hoed kunnen toveren wanneer ze het echt willen. Dat was een verdomd leuke spellenbeurs; zoiets zou ik graag vaker zien.
In de jaren ’80 en ’90 ben ik wel eens naar andere Vlaamse spellenbeurzen geweest, maar de laatste jaren ken ik België alleen van Spel in Antwerpen. Dat vind ik een bijzonder leuke en sfeervolle beurs. Het is indrukwekkend om te zien hoeveel spellen daar worden gedemonstreerd en hoeveel clubmensen actief zijn om anderen een geslaagde dag te bezorgen. Ik kom er helaas minder vaak dan me lief is, maar ik hoop er dit jaar weer naartoe te kunnen.
Op 30 september wordt in het Vlaamse Genk een Spellenfestival georganiseerd. Dat lijkt me een erg leuke beurs, die ik dolgraag zou bezoeken. Helaas is dit voor een OV-gebruiker uit het midden van Nederland niet te doen. Misschien moet ik toch maar eens proberen om een van mijn autorijdende vrienden hiervoor lekker te maken.
Ik kijk uit naar de speelse herfst.