Manhattan is een bouwspel voor 2 – 4 spelers, dat in 1994 voor de eerste keer in Duitsland werd uitgegeven. In dat jaar werd het spel als Spiel des Jahres gekozen. In die tijd was 999 Games nog een klein postorderbedrijfje, maar kreeg eigenaar Michael Bruinsma – gestimuleerd door ondergetekende en andere ludieke germanofielen – oog voor het betere Duitse gezelschapsspel. Hij verkocht toen Duitse dozen met Nederlandstalige spelregels. Manhattan was volgens mij het eerste Duitse spel dat ik voor dit doel heb vertaald. De auteur van Manhattan was in 1994 nog geen bekende naam, maar negen jaar later had iedere spelliefhebber – dankzij Puerto Rico – van Andreas Seyfarth gehoord. Het heeft mij altijd verbaasd dat Manhattan nooit in Nederland is uitgebracht. In 2017 verscheen er een nieuwe internationale editie, die in de zomer van 2018 eindelijk door 999 Games naar Nederland wordt gehaald. Deze editie heeft inmiddels een nominatie voor Speelgoed van het Jaar 2018 op de kop getikt.
Het speelbord van Manhattan toon zes abstracte steden. Daarop proberen de spelers veel en vooral ook hoge wolkenkrabbers uit de grond te stampen. Deze steden zijn op het bord afgebeeld als vierkanten van drie bij drie vakjes; er zijn per stad dus negen bouwplaatsen. Elke wolkenkrabber is goed voor één of meer winstpunten. De speler met de meeste punten wint het spel.
Per beurt mag je één etage op het bord plaatsen. De keuze van de stad is vrij, de keuze van de bouwplaats niet. Je moet namelijk eerst een bouwkaartje uitspelen. Op zo’n kaartje wordt precies aangegeven op welke van de negen bouwterreinen jij mag bouwen. Iedere speler beschikt over een hand met vier bouwkaartjes en heeft verder een voorraad van vierentwintig bouwstenen in zijn eigen kleur, welke één tot vier etages hoog zijn. Deze bouwstenen worden in vier spelrondes op het bord geplaatst.
Aan het begin van elke ronde kiest iedere speler zes bouwstenen uit zijn voorraad. De gekozen bouwstenen worden deze ronde vervolgens om de beurt op het bord geplaatst. In jouw beurt speel je één bouwkaart, plaats je één bouwsteen en trek je één nieuwe kaart. Als iedereen zijn zes stenen heeft geplaatst, is de ronde voorbij en wordt er afgerekend. Elke individuele wolkenkrabber levert één punt op, de meerderheid in een stad is twee punten waard en het bezit van de grootste wolkenkrabber op het speelbord drie punten.
Bij drie spelers speel je zes rondes met vier bouwstenen. Bij twee spelers speel je met twee kleuren.
Ten slotte
Manhattan heeft niet alleen een eenvoudig en toegankelijk spelsysteem, maar ook diepgang en interactie. Gedurende het spel moet je alert zijn en de juiste keuzes maken. Dit begint al bij het kiezen van de bouwstenen. De betere stenen zijn maar beperkt beschikbaar, het is belangrijk om ze op het juiste moment in te zetten. Het belangrijkste keuzemoment is het plaatsen van een bouwsteen. Je kunt zelf een nieuwe wolkenkrabber stichten, een eigen flat verhogen, of een flat van een andere speler overnemen. Een overname maakt je niet geliefd, maar je slaat wel twee vliegen in één klap: punten voor jezelf, geen punten voor de medespeler. Het is mogelijk om een wolkenkrabber te beschermen tegen overname, door er minstens vijf etages meer te bezitten dan de andere spelers.
Manhattan bevat een gelukselement, de bouwkaarten. Deze kaarten bepalen immers waar je kunt bouwen. Het komt regelmatig voor dat een andere speler een van jouw torens overneemt en je niet meteen kunt reageren, omdat je niet over het kaartje beschikt dat bouwen op deze plek mogelijk maakt. Het is prettig om kaarten dubbel te hebben. Dan kun je een overname ongedaan maken of een eigen toren beveiligen.
Manhattan is zowel met twee, drie als vier spelers een uitstekend gezelschapsspel. Het spel verloopt soepel en zit goed in elkaar. Het gelukselement is niet storend, je kunt je zetten redelijk plannen. Er is meer dan genoeg interactie tussen de spelers, je kunt elkaar echt dwarszitten. Het materiaal heeft een goede kwaliteit, de regels zijn toegankelijk en de speelduur is aangenaam kort.
De Godzilla variant
In de jaren ’90 bedachten Brian Bankler, Eric Moore en Ben Peal een leuke variant voor Manhattan, waarin de gemuteerde Japanse dino Godzilla zich uitleeft op de steden. Zorg voor een speelstuk voor Godzilla (een grote groene pion of een miniatuur van een dino). Aan het begin van het spel plaats je Godzilla op de middelste bouwplaats van een willekeurige stad.
Het spel verloopt normaal, met de volgende uitzonderingen:
- Na het spelen van een bouwkaart en het plaatsen van een steen moet je Godzilla bewegen.
- Godzilla beweegt naar de aangrenzende bouwplaats, in de richting die de bouwkaart aangeeft (zie de markering). Als de middelste bouwplaats is gemarkeerd, blijft Godzilla staan.
- Staat Godzilla aan de rand van een stad, en moet hij in de richting van deze rand bewegen, dan wandelt hij de naburige stad binnen. De wereld is rond, dus steden aan tegenoverliggende kanten van het speelbord zijn ook naburig!
- Wanneer Godzilla een bouwplaats met een wolkenkrabber betreedt, dan wordt deze compleet gesloopt. Als je dit te grof vindt, kun je Godzilla Light spelen: alleen de bovenste etage wordt vernield.
- De gesloopte wolkenkrabbers worden uit het spel gehaald. Je mag deze stenen niet aan je voorraad toevoegen.
- Op de bouwplaats waar Godzilla staat, mogen de spelers niet bouwen.