Sint Petersburg is een oude bekende. De eerste Nederlandstalige versie verscheen in oktober 2004 bij 999 Games. De spelauteur heette toen nog Michael Tummelhofer, een ludieke samenvoeging van de eigenaren van Hans im Glück, 999 Games en Rio Grande Games. De werkelijke auteur was Bernd Brunnhofer, die in deze nieuwe versie met zijn eigen naam op de doos staat. Sint Petersburg viel in 2004 in de prijzen, het spel won dat jaar de Deutsche Spiele Preis, de Kartenspielpreis en de International Gamers Award. De nieuwe versie is in Duitsland uitgebracht via een crowd funding project, ter gelegenheid van de tiende verjaardag van het spel. Ruim een jaar later volgt White Goblin Games met zijn Nederlandstalige editie. Ik heb geen idee hoe groot de Nederlandse markt voor zo’n heruitgave is. Maar door de toevoeging van een nieuwe spelfase vind ik deze versie in ieder geval inhoudelijk verbeterd.
Sint Petersburg is een kaartspel voor 2-5 spelers. De spelers bouwen paleizen en andere bouwwerken in de gelijknamige Russische stad. Een ronde bestaat in de hier besproken ‘plusvariant’ uit vijf spelfases, waarin de spelers kaarten in vijf verschillende soorten verzamelen. Elke fase heeft zijn eigen startspeler, die aan het einde van de ronde doorschuift. Aan het begin van elke fase liggen er tien open kaarten op het speelbord. Beginnend met de startspeler, mag iedereen om de beurt één kaart van de openliggende rij(en) nemen. Als je een kaart koopt, betaal je de afgebeelde prijs, eventueel onder aftrek van kortingen, en leg je de kaart open voor je op tafel. In plaats van kopen, mag je een kaart ook gratis in de hand nemen. Als je deze kaart in een later stadium uitspeelt, moet je alsnog betalen. Je hebt ruimte voor drie handkaarten (die aan het einde van het spel vijf strafpunten opleveren).
De groene ambachtslieden leveren aan het einde van de eerste fase geld op. De ‘plusvariant’ introduceert een nieuwe tweede fase, de marktfase, en de bijbehorende marktkaarten. Op deze marktkaarten (en sommige andere kaartsoorten) vind je symbolen van een vijftal goederensoorten. De spelers strijden om de meerderheid in deze goederen. Aan het einde van de marktfase krijgen de eerste en de tweede plek per soort een stijgend aantal winstpunten. Daarnaast leveren sommige marktkaarten ook nog een paar roebels op. De derde fase is weer een oude bekende; dan leveren de blauwe gebouwen hun winstpunten op. Vervolgens geven de rode edelen jou in hun fase een mix van geld en punten. In de laatste fase kun je de speciale ruilkaarten bemachtigen, waarmee je de eerder uitgespeelde ambachtslieden, gebouwen of edelen kunt opwaarderen. Deze ruilkaarten leveren in het algemeen extra punten en/of geld op.
Een fase gaat door totdat alle spelers op rij hebben gepast. Aan het begin van elke nieuwe fase wordt de rij openliggende kaarten aangevuld met de bij deze fase behorende kaartsoort. Aan het einde van een volledige ronde verdwijnen sommige kaarten uit het spel en worden andere kaarten goedkoper.
Geld is schaars, dus vragen de bouwactiviteiten om een goede planning. Het is in ieder geval van groot belang om in de beginfase van het spel voldoende ambachtslieden te kopen, aangezien vooral deze kaarten de essentiële geldstroom aan de praat krijgen.
Het spel eindigt na de ronde waarin de laatste kaart van een van de vijf soorten op het bord wordt gelegd. Dan volgt een eindtelling, waarbij extra winstpunten voor geld en uitgespeelde edellieden worden toegekend. De laatstgenoemde categorie levert veel punten op wanneer je veel verschillende edelen bezit.
Deze versie bevat ook nog een zestal mini-uitbreidingen, die je desgewenst als losse modules aan het spel kunt toevoegen. ‘Het Banket’ introduceert o.a. een set paarse actiekaarten, die je eerst op de hand neemt en op een geschikt moment uitspeelt. ‘In Goed Gezelschap’ bevat extra kaarten voor de verschillende fases. De ‘Assistenten’ geven 1 roebel korting op kaarten uit de bijpassende fases en rouleren elke ronde. Bij ‘Gebeurtenissen’ ligt er een rij gebeurteniskaarten klaar, waarvan iedere speler er tijdens het spel één mag activeren. Bij ‘Opdrachten’ krijgt iedere speler drie geheime opdrachtkaartjes, waarvan hij er één mag gebruiken om extra punten te verdienen. De laatste module zorgt voor ‘Hindernissen’ op het scorespoor, zowel bonussen als scorevertragende obstakels.
Ten slotte
De eerste Sint Petersburgse potjes zijn vooral leuk door het leerproces: welke kaarten zijn er, wat kun je ermee? Als je dit onder de knie hebt, ga je de subtiele kanten van dit spel waarderen. Dan reserveer je voldoende geld om op het juiste moment toe te slaan, maak je handig gebruik van kortingen, houd je genoeg ruimte over om de door jouw medespelers begeerde kaarten tijdig weg te kapen en ben je steeds op zoek naar de juiste balans tussen de verschillende kaartsoorten.
Ik ben blij met de toevoeging van de marktfase. Dit ‘meerderhedenspelletje’ zorgt voor meer interactie en biedt verder tegenwicht aan de voorheen dominante edelen. Deze toevoeging verhoogt hierdoor het speelplezier. De extra fase verhoogt overigens ook de speelduur, waardoor ik niet in de verleiding kom om dit spel met een volle bezetting te spelen. Sint Petersburg werkt net zo goed met minder spelers, dus waarom zou je de speelduur onnodig oprekken?
Uit zorg voor de speelduur loop ik ook niet warm voor de meeste modules. Er zitten aardige ideetjes tussen (al dan niet geïnspireerd door andere spellen), maar ik vind het basisspel en de markt mooi genoeg.
Het geluk speelt een bescheiden rol, er worden immers kaarten van dichte stapels getrokken. Als het “schudduiveltje” niet tot jouw vriendenkring behoort, moet je af en toe met een mager aanbod zien te leven. Het geluk lacht je toe als je aan het begin van het spel een sterrenwacht weet te bemachtigen. Met deze kaart kun je namelijk elke ronde één extra kaart van een van de vier stapels trekken. Dit vind ik een mooie methode om snel een productieve geldmachine op te zetten.
Ook deze nieuwe versie van Sint Petersburg is wat mij betreft een prima gezelschapsspel. De uitdagingen rond het plannen en verzamelen zijn gebleven, terwijl de subtiele interactie uit de eerste versie wordt verrijkt met de strijd om de marktgoederen. De nieuwe editie is mooi uitgevoerd, al spreken de afbeeldingen uit 2004 mij persoonlijk meer aan.
Leeftijd: vanaf 10 jaar
Speelduur: ong. 60 minuten