De Duitse uitgever Alea is een kwaliteitsmerk van Ravensburger. Onder deze merknaam verschijnen regelmatig stevige veelspelertitels, die verwende spelliefhebbers meestal doen watertanden. Ook bij Alea moet er brood op de plank, dus komt men zo nu en dan met luchtiger en commercieel interessanter materiaal. Daarbij verliest redacteur Stefan Brück de kwaliteit gelukkig niet uit het oog. Het dobbelspel Las Vegas is een titel uit de laatstgenoemde categorie. Dit spel was aanvankelijk verkrijgbaar als Vegas, maar door een rechtenkwestie is de titel gewijzigd in Las Vegas.
Het speelveld van Las Vegas bestaat uit zes casinobordjes, waarop een verschillend symbool van een zeszijdige dobbelsteen is afgebeeld. Op deze bordjes zetten de spelers hun dobbelstenen in. Iedere speler heeft een eigen setje met acht stenen. Waarom doen ze dit? Om zoveel mogelijk winstpunten te verdienen. Het spel heet Las Vegas, dus worden deze winstpunten in bankbiljetten (waarde 10.000 – 90.000) uitgekeerd.
Aan het begin van elke ronde worden de bordjes voorzien van nieuwe bankbiljetten. Per bordje voeg je nieuwe biljetten toe, tot een som van 50.000 wordt geëvenaard of overschreden. Eventuele restjes van een vorige ronde worden eerst verwijderd.
De startspeler gooit zijn dobbelstenen. Hij kiest één cijfer en plaatst alle stenen met dit cijfer op het desbetreffende bordje. Daarna is de volgende speler aan de beurt. Het dobbelen gaat beurtelings verder totdat de laatste steen is ingezet. Wanneer je weer aan de beurt bent, gooi je al jouw resterende stenen. Omdat de spelers per beurt verschillende aantallen kunnen inzetten, hebben niet alle spelers hetzelfde aantal beurten.
Dan volgt de waardering van de bordjes. De speler met de meeste stenen krijgt het hoogste bankbiljet. Als er meer biljetten zijn, krijgt de tweede plek het volgende biljet enzovoort. Als meer spelers hetzelfde aantal stenen bezitten, wordt een van Hol’s der Geier bekende patregel actief. Dan gaat de buit naar de eerstvolgende unieke meerderheid. Als het een beetje lekker loopt, kun je zo met één steen een vette buit verdienen.
Je speelt vier rondjes, waarbij de startspeler telkens doorschuift. Na de laatste ronde tellen de spelers hun bankbiljetten en is de winnaar bekend.
Het regelboekje bevat een variant voor 2-4 spelers. Dan krijg je een paar neutrale stenen, die je samen met jouw eigen stenen moet inzetten. Bij de waardering tellen ze mee voor een neutrale extra speler.
Ten slotte
Las Vegas was een hit aan elke speeltafel waarop ik de stenen liet rollen. De eerste beurten van elke ronde zijn min of meer tactisch. Je bent zuinig op jouw stenen, omdat je niet te snel jouw kruit wilt verschieten. Het is namelijk aantrekkelijk om aan het einde met een paar kleine plaatsingen de macht op meerdere locaties te kunnen grijpen. Ondertussen hoop je op het korte lontje van medespelers, die zich niet kunnen beheersen na een plaagstootje van een tegenstander en flink tegen elkaar opbieden op één locatie.
Heb overigens niet de illusie dat je het spelverloop wezenlijk controleert. Jouw laatste stenen hebben namelijk regelmatig de gewoonte om ongunstig te landen. Met name de patregel zorgt bij de laatste stenen voor een luidruchtige mix van vreugde en teleurstelling, soms van de dobbelaar, soms van de gelukkige tegenstander die alsnog een eerste plek in de schoot krijgt geworpen.
Ben je op zoek naar een vlotte speelduur, spanning, verbale en speltechnische interactie en ben je niet vies van een portie geluk? Dan kun je dit briljante dobbelspel met een gerust hart in huis halen. Let’s roll!