Het Franse gezelschapsspel Dixit heeft de afgelopen jaren een indrukwekkende zegetocht door Europa gemaakt. In 2009 werd Dixit in Spanje en Frankrijk uitgeroepen tot spel van het jaar, in 2010 volgde de ware hoofdprijs, zeker in commercieel opzicht, met de winst van het Duitse Spiel des Jahres. In Nederland pikte het spel en passant een nominatie voor de Nederlandse Spellenprijs mee, maar gooide het geen hoge ogen in de daaropvolgende publieksverkiezing. Vermoedelijk omdat het spel tot oktober 2010 niet of nauwelijks in de Nederlandse winkels was te vinden. De populariteit in Nederland is sindsdien fors gestegen. De Amersfoortse Spellenwinckel heeft de afgelopen twee jaar bijvoorbeeld meer dan 1.500 exemplaren weggezet.
Dixit is een sfeervol partyspel, waarbij de creativiteit van de spelers wordt aangesproken. Afbeeldingen op speelkaarten vormen de aanzet tot een ludieke combinatie van beschrijven en raden. Het materiaal bestaat uit 84 grote speelkaarten met prachtige tekeningen van illustrator Marie Cardouat, een scorespoor en een setje stemfiches en een scorepion voor iedere speler. Iedere speler krijgt aan het begin zes kaarten en een setje oplopend genummerde stemfiches. De spelers houden hun kaarten geheim.
De startspeler is de verteller van de eerste ronde. Hij kiest één van zijn handkaarten en vertelt een bijpassend verhaaltje. Niet ieder mens zit even lekker in zijn vel als verhalenverteller. Wees niet bang, met een enkel woord of een korte beschrijving kun je ook prima uit de voeten. De verteller houdt de gekozen kaart geheim. Iedere medespeler kiest vervolgens een eigen handkaart, die volgens hem bij dit verhaaltje past, en geeft deze gedekt aan de verteller. De verteller schudt zijn eigen kaart en de ontvangen kaarten door elkaar en legt de kaarten daarna in een open rij op tafel. De eerste kaart ligt op positie 1, de tweede op positie 2 enzovoort. Daarna moet iedere medespeler met één van zijn genummerde stemfiches in het geheim aangeven welke kaart volgens hem van de verteller is. Hij mag daarbij niet op zijn eigen kaart stemmen. Als iedereen heeft gestemd, worden de fiches omgedraaid en op de bijpassende kaarten gelegd.
Dan worden de winstpunten toegekend. Deze punten worden vastgelegd op het scorespoor, dat op het binnenwerk van de doos is afgebeeld.
- Als alle medespelers de kaart van de verteller hebben gevonden, of als niemand de kaart heeft gevonden, krijgt iedere medespeler twee punten. De verteller krijgt in beide gevallen geen punten.
- Als slechts een gedeelte van de medespelers de juiste kaart raadt, krijgen deze medespelers en de verteller drie punten.
- Iedere medespeler krijgt ook nog eens één punt voor elke stem die op zijn eigen kaart is uitgebracht.
Aan het einde van de ronde vult iedereen zijn hand aan tot zes kaarten. Het spel is voorbij zodra de laatste kaart van de stapel is getrokken. Dan wint de speler met de meeste punten.
Ten slotte
Dixit is een partyspel, waarbij sfeer en proces belangrijker zijn dan het uiteindelijke resultaat. Dan lijkt een puntentelling op het eerste gezicht niet van belang, maar niets is minder waar. De puntentelling van Dixit zorgt namelijk voor de balans tussen abstract en beschrijvend. Dit dwingt de verteller om het niet te moeilijk of te gemakkelijk te maken. Hierdoor blijven de spelers een beetje bij elkaar en drijven ze niet af op golven van te fantasievolle associaties.
Deze puntentelling beloont soms ook het geluk. Bezit een medespeler op het juiste moment een kaart, die beter bij de beschrijving past dan de kaart van de verteller zelf? Dan vliegen de punten binnen zonder je best te doen op een mooie beschrijving. Is dit een probleem? Welnee, sfeer en proces staan centraal.
De speelkaarten zijn niet alleen prachtig uitgevoerd (al is dit uiteraard een kwestie van smaak), ik zie ook nog een meerwaarde in de subtiele details van sommige tekeningen. Deze maken het spel van beschrijven en raden soms verrassend en uitdagend.
Dixit is wat mij betreft een prima gezelschapsspel. Dixit klaart deze klus niet via strategie of tactiek, maar heeft genoeg aan het vermaken van het aan de speeltafel aangeschoven gezelschap. Vermaak en gezelschap, dit lijkt mij een goede basis voor speelplezier.