Nederland is ook op spellengebied weliswaar een klein landje, maar aan spellenprijzen hebben we geen gebrek. De Speelgoed van het Jaar verkiezing lanceerde vorig jaar plotsklaps een zelfstandige spellenverkiezing. Het lijkt erop dat dit initiatief halverwege dit jaar alweer om zeep is geholpen, door de gezelschapsspellen aan boord van de moederverkiezing te halen. Ik vrees een terugkeer naar het aloude oppervlakkige nominatieproces, waarbij de spellen niet of nauwelijks op inhoud werden beoordeeld. De jury van deze verkiezing leek vooral geïnteresseerd in mooie doosjes, goede marges en lucratieve licenties. Ze hebben dit jaar zowaar een paar mooie spellen genomineerd. Toch loop ik nog niet warm voor deze verkiezing.
De Nederlandse Spellenprijs is al jaren een goedbedoeld amateurinitiatief, georganiseerd door en voor ervaren spelliefhebbers. Ik heb in het verleden veel tijd en energie in deze prijs gestoken, maar ben vanaf 2012 niet langer bij de NSP betrokken. De bekende combinatie van een door een jury gekozen nominatielijst en een door het publiek gekozen winnaar, is dit jaar vervangen door een volledige juryprijs.
Ik had de hoop dat de NSP zich hiermee zou ontwikkelen naar een hoogwaardige publieksprijs. Niet langer een intern feestje voor veelspelers, maar een kwalitatief keurmerk voor het grote publiek. Waarom? Omdat dit het bestaansrecht van een spellenprijs is. Veelspelers zijn redelijk tot goed op de hoogte, weten de weg naar informatie en demonstraties en leren gaandeweg om kaf en koren te scheiden. Veelspelers vonden de oude publieksverkiezing nog charmant, als uitlaatklep voor hun eigen mening, maar ze hebben helemaal niets aan een juryprijs.
Zo’n juryprijs heeft in mijn ogen maar één doelgroep, het grote publiek. Deze mensen hebben weinig tot geen zicht op de kwaliteit van spellen. Wat zit inhoudelijk goed elkaar? Wat staat garant voor speelplezier? Leert mijn kind er iets van? Zijn de spelregels goed te begrijpen? Is de kwaliteit van het spelmateriaal goed? Deze mensen hebben een handvat nodig, de mensen moet je als jury op weg willen helpen.
Helaas heeft de NSP dit jaar voor een andere weg gekozen. De nominatielijst was een slecht gemotiveerde mengelmoes van familiespellen en lekkernijen voor veelspelers. De uiteindelijke winnaar Lancaster is ongeschikt voor het grote publiek. Dit spel is voor deze groep te complex, het is bijna nergens in Nederland te koop en het is bovendien waanzinnig duur. Deze uitkomst is wellicht een aardige bevestiging voor de veelspelers die dit spel al kennen of op de radar hebben, maar voor deze groep heb je geen juryprijs nodig.
Ik vind de NSP van 2012 een zinloos instituut. Als juryprijs heb je er op deze manier namelijk niets aan. Gaat het de jury louter om het dingetje voor het eigen kringetje? Prima, even goede vrienden, maak er dan maar weer een publieksverkiezing van. Ik hoop dat de jury van de NSP alsnog bereid is om het oude stof van zich af te schudden, waarmee het extraverte deel van de jury meer invloed krijgt. Ik hoop eigenlijk dat de NSP in de toekomst wat meer gaat lijken op de moeder aller spellenprijzen, het Spiel des Jahres.
Erwin Broens, augustus 2012
Link: Speelgoed van het Jaar
Link: Nederlandse Spellenprijs
Link: Spiel des Jahres